In de herziene Asser 3-VI staan de zekerheidsrechten centraal. Het pandrecht, hypotheekrecht, de voorrechten, het retentierecht en het eigendomsvoorbehoud komen uitvoerig aan bod. Met alle relevante veranderingen in de wetgeving, rechtspraak en literatuur. Een praktisch én wetenschappelijk naslagwerk voor elke jurist die met zekerheidsrechten te maken heeft.
Door de gestructureerde uiteenzetting van alle aspecten van zekerheidsrechten inclusief de ontstaansgeschiedenis ervan, vindt u in deze uitgave alle informatie die u in uw werk nodig heeft. Met diepgaande, op de praktijk gerichte beschouwingen en de relevante ontwikkelingen. De vorige versies van Asser 3-VI Zekerheidsrechten waren reeds een veel geraadpleegde bron voor advocaten, bedrijfsjuristen, rechters, deurwaarders en wetenschappers.
De volgorde van Asser 3-VI Zekerheidsrechten sluit aan bij het systeem van het Burgerlijk Wetboek en de recente wetgeving. De gevolgen van de per 1 januari 2015 in werking getreden Wet Executieveilingen zijn uiteraard in de tekst verwerkt, mede hierdoor is hoofdstuk 4 over hypotheekrecht grondig herzien.
Evenals de andere delen, besteedt dit deel van de Asser-serie veel aandacht aan de rechtspraak van de Hoge Raad. Zo hebben in het bijzonder de vele recente arresten over pandrecht tot de nodigde aanpassingen geleid in deze druk. Wat betreft het eigendomsvoorbehoud, leest u dat bij verschillende onderdelen in de tekst is ingegaan op het arrest van 3 juni 2016 (NJ 2016/290). Dit arrest behandelt de vraag of een verkrijger onder eigendomsvoorbehoud het aan hem toekomende eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde kan vervreemden of bezwaren.
De uitgave verwijst, waar mogelijk, naar andere literatuur. Voor de inhoudelijke behandeling hiervan is een beperking aangebracht, waardoor u vooral die literatuur ziet vermeld die relevant is voor uw praktijk.